18 mei 2016

BTW op scholenbouw zakt naar 6%

Door terugverdieneffecten en meeropbrengsten moet deze lastenverlaging, samen met andere verder uit te werken maatregelen in de bouwsector, voor de federale overheid tegen horizon 2019 30 miljoen  euro opleveren. Hierbij wordt rekening gehouden met o.a. de terugverdieneffecten ten bate van de federale overheid: meer investeringen genereert meer tewerkstelling, wat op zijn beurt de fiscale inkomsten en de sociale bijdragen doet stijgen.

Vicepremier Kris Peeters: “Dit is een belangrijke lastenverlaging voor de Vlaamse Regering in haar ambitie om de scholenbouw in Vlaanderen verder te versnellen. Door de uitbreiding van het verlaagde BTW-tarief zal ook de privé-sector, ik denk aan onze bouwsector die onder zware druk staat, zich kunnen versterken. In het kader van de taxshift hebben we beslist om voor de bouwsector, een sleutelspeler in onze economie, een totaalpakket aan specifieke maatregelen uit te werken in overleg met de sector. Dit is er alvast 1 van.”

Het scholenbouwbeleid in Vlaanderen kent twee grote uitdagingen. Enerzijds is er de historische onderhoudsachterstand waardoor een groot deel van de schoolgebouwen verouderd zijn. Dit leidt bijgevolg tot een lange wachttijd om schoolbouwsubsidies te ontvangen. Anderzijds zijn er de dringende  noden om extra schoolcapaciteit te realiseren in specifieke gemeenten en regio’s. Dit dreigend capaciteitstekort in het basisonderwijs vandaag en in het secundair onderwijs de eerstvolgende jaren manifesteert zich het sterkst in en rond een aantal grootsteden (Antwerpen, Gent, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse rand).

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Een lagere BTW op scholenbouw zorgt er voor dat de extra middelen voorzien in de Vlaamse begroting nog meer kunnen renderen en dat we de noodzakelijke capaciteitsuitbreidingen en renovaties van schoolpatrimonium versneld kunnen uitvoeren. Een lagere BTW betekent ook een lagere kostprijs voor de schoolbesturen waardoor ook hun eigen aandeel in de bouwkosten en dus de druk op hun werkingsmiddelen kan zakken. Hierdoor worden de voorwaarden gecreëerd om voluit verder te investeren in de vernieuwing en uitbreiding van onze schoolinfrastructuur.”

Bron:
Gezamenlijk persbericht
Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits en vicepremier Kris Peeters