decreet voor open scholen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2. Procedure

Hoofdstuk 3. Handhaving en rapportering

Hoofdstuk 4. Slotbepaling

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen





Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.



Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder:



1° AGION: het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, opgericht bij decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid “Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs” naar een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs”;



2° GO!: het gemeenschapsonderwijs zoals bedoeld in artikel 2 van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs.



Art. 3. De instellingen voor gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, de instellingen voor het deeltijds kunstonderwijs en de instellingen voor het volwassenenonderwijs kunnen alleen een beroep doen op de investeringsmiddelen van AGION en het GO! voor de aankoop, nieuwbouw van schoolinfrastructuur en voor renovatie groter dan 400m² van schoolinfrastructuur als die schoolinfrastructuur wordt opengesteld voor derden conform dit decreet.



In afwijking van het eerste lid is er al dan niet tijdelijk geen verplichting de betreffende schoolinfrastructuur voor gebruik door derden open te stellen als aangetoond kan worden dat de openstelling van die schoolinfrastructuur niet mogelijk is door objectieve factoren.

De onderwijsinstelling beslist in het licht van haar onderwijsvisie, de specifieke lokale behoefte en de geografische context over de concrete invulling en de voorwaarden van de activiteiten die worden georganiseerd in het kader van de openstelling van de betreffende schoolinfrastructuur, vermeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 2. Procedure

Afdeling 1. AGION

Art. 4. Het school- of centrumbestuur dient een subsidieaanvraag in bij AGION voor de reguliere subsidiëring. De subsidieaanvraag bevat een van de volgende elementen:



1° een afdoende onderbouwde motivering waaruit de voorgenomen openstelling van de schoolinfrastructuur blijkt;



2° een onderbouwde vraag voor een permanente of tijdelijke afwijking.



In het eerste lid wordt verstaan onder reguliere subsidiëring: de klassieke wijze waarop het school- of centrumbestuur in het gesubsidieerd onderwijs een beroep kan doen op de financiële middelen voor investeringen in schoolinfrastructuur conform de geldende onderwijsregelgeving.



Over de dossiers waarbij AGION optreedt in naam van de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden tussen AGION en de Vlaamse Gemeenschapscommissie de inhoudelijke afspraken en administratieve principes vastgelegd.

De afdoende onderbouwde motivering van de voorgenomen openstelling, vermeld in het eerste lid, 1°, bevat minstens al de volgende elementen:



1° de beschrijving van de delen van de schoolinfrastructuur die worden opengesteld;



2° de voorgenomen derden die de schoolinfrastructuur zullen gebruiken;



3° een verslag van de consultatie van het lokale bestuur inzake de realisatie van een openstelling van de betreffende schoolinfrastructuur. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad treedt de Vlaamse Gemeenschapscommissie op als Vlaams lokaal bestuur;



4° een engagementsverklaring om derden de opengestelde schoolinfrastructuur te laten gebruiken.



De onderbouwde vraag voor een tijdelijke of permanente afwijking, vermeld in het eerste lid, 2°, bevat minstens de volgende elementen:



1° een analyse van objectieve factoren die de volstrekte onmogelijkheid impliceren om een deel van de schoolinfrastructuur open te stellen of een bewijs van de acties die het school- of centrumbestuur heeft ondernomen om invulling te geven aan de openstelling van de schoolinfrastructuur;



2° een verslag van de consultatie van het lokale bestuur inzake de realisatie van een openstelling van de betreffende schoolinfrastructuur. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad treedt de Vlaamse Gemeenschapscommissie op als Vlaams lokaal bestuur.



AGION kan om bijkomende informatie, documenten of verduidelijkingen verzoeken.



Bestaande subsidieaanvragen die vanaf een jaar na de inwerkingtreding van het decreet in aanmerking komen voor een beslissing, bevatten de elementen en onderbouwing, vermeld in dit artikel.



Art. 5. AGION beslist over het voldoen aan de openstelling van de schoolinfrastructuur of over het toestaan van de gevraagde afwijking, op basis van de elementen in artikel 4. AGION gebruikt daartoe een in overleg met het GO! opgesteld, gezamenlijk beoordelingskader. AGION brengt het school- of centrumbestuur op de hoogte van zijn beslissing.



Als AGION beslist dat niet voldaan is aan de voorwaarde van de openstelling van de schoolinfrastructuur of dat geen afwijking wordt toegestaan, wordt de subsidieaanvraag, vermeld in artikel 4, niet goedgekeurd.



Als AGION een tijdelijke afwijking van de openstelling van de schoolinfrastructuur toestaat, bepaalt AGION de nadere voorwaarden.



Art. 6. §1. Tegen de beslissing van AGION dat niet voldaan is aan de voorwaarde van de openstelling van de schoolinfrastructuur, kan het school- of centrumbestuur binnen twee maanden nadat het de beslissing van AGION heeft ontvangen, bij AGION een bezwaar indienen met een bijgevoegde motivering waaruit de openstelling van de schoolinfrastructuur blijkt.



Tegen de beslissing van AGION om geen afwijking toe te staan van de voorwaarde van de openstelling van de schoolinfrastructuur, kan het school- of centrumbestuur binnen twee maanden nadat het de beslissing van AGION heeft ontvangen, bij AGION een bezwaar indienen met een bijgevoegde motivering waaruit blijkt dat de openstelling onmogelijk is.

Nadat AGION het bezwaar heeft onderzocht en verdere vragen om verduidelijking en informatie heeft gesteld, als die nodig zijn, deelt AGION de definitieve beslissing mee aan het school- of centrumbestuur.



§2. Als AGION de definitieve beslissing neemt dat niet voldaan is aan de voorwaarde van de openstelling van de schoolinfrastructuur of dat geen afwijking wordt toegestaan, wordt de aanvraag van het school- of centrumbestuur niet goedgekeurd.



Als AGION de definitieve beslissing neemt om een tijdelijke afwijking toe te staan van de verplichting tot openstelling, bepaalt AGION de nadere voorwaarden hiervoor.



Afdeling 2. GO!



Art. 7. Het GO! keurt de reguliere financiering van infrastructuurprojecten goed waarbij de schoolinfrastructuur wordt opengesteld aan derden. Het GO! gebruikt daartoe een in overleg met AGION opgesteld, gezamenlijk beoordelingskader.



In het eerste lid wordt verstaan onder reguliere financiering: de klassieke wijze waarop het school- of centrumbestuur in het GO! een beroep kan doen op financiële middelen voor investeringen in schoolinfrastructuur conform de geldende onderwijsregelgeving.



Bij de goedkeuring zorgt het GO! ervoor dat per infrastructuurproject bij de openstelling van de schoolinfrastructuur minstens de volgende elementen opgenomen zijn in het aanvraagdossier door de bevoegde organen overeenkomstig de bepalingen van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs:



1° de beschrijving van de delen van de schoolinfrastructuur die worden opengesteld;



2° de voorgenomen derden die de schoolinfrastructuur zullen gebruiken;



3° een verslag van de consultatie van het lokale bestuur inzake de realisatie van een openstelling van de betreffende schoolinfrastructuur. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad treedt de Vlaamse Gemeenschapscommissie op als Vlaams lokaal bestuur;



4° een engagementsverklaring om derden de opengestelde schoolinfrastructuur te laten gebruiken.



Als een infrastructuurproject wordt goedgekeurd waarbij tijdelijk of permanent wordt afgeweken van de openstelling van de schoolinfrastructuur, zorgt het GO! ervoor dat minstens de volgende elementen opgenomen zijn in het aanvraagdossier door de bevoegde organen overeenkomstig de bepalingen van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs:



1° een analyse van objectieve factoren die de volstrekte onmogelijkheid impliceren om een deel van de schoolinfrastructuur open te stellen of een bewijs van de acties die het school- of centrumbestuur heeft ondernomen om invulling te geven aan de openstelling van de schoolinfrastructuur;



2° een verslag van de consultatie van het lokale bestuur inzake de realisatie van een openstelling van de betreffende schoolinfrastructuur. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad treedt de Vlaamse Gemeenschapscommissie op als Vlaams lokaal bestuur.



Als een infrastructuurproject wordt goedgekeurd waarbij tijdelijk wordt afgeweken van de openstelling van de schoolinfrastructuur, kan het GO! minstens rapporteren over de voorwaarden die aan de tijdelijke afwijking verbonden zijn.

Hoofdstuk 3. Handhaving en rapportering

Art. 8. De onderwijsinspectie controleert het school- of centrumbestuur dat gesubsidieerd of gefinancierd werd overeenkomstig dit decreet, op de openstelling van de schoolinfrastructuur nadat de schoolinfrastructuur in gebruik is genomen. Ze kan daartoe de beslissingen van AGION of het GO! op basis van het gezamenlijke beoordelingskader zoals bedoeld in artikel 4 en 7 opvragen.



De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten van de controle.



Art. 9. AGION kan het school- of centrumbestuur van het gesubsidieerd onderwijs dat gesubsidieerd werd overeenkomstig dit decreet, vragen om te rapporteren over het gebruik van de schoolinfrastructuur.



Het GO! kan haar scholen en scholengroepen die gefinancierd werden overeenkomstig dit decreet, vragen om te rapporteren over het gebruik van de schoolinfrastructuur.



Hoofdstuk 4. Slotbepaling



Art. 10. Dit decreet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.