hoe?

De keten van toegankelijkheid’

de keten van toegankelijkheid

Een keten is zo sterk als de zwakste schakel. Onze leefomgeving is een aaneenschakeling van onderdelen. De samenhang bepaalt de kwaliteit. Is één deel niet toegankelijk? Dan is de keten onderbroken. Je sluit dan mensen uit. Integrale toegankelijkheid omvat

  • de fysieke toegankelijkheid van gebouwen en de omgeving
  • goede communicatie
  • duidelijke informatieverstrekking
  • klantvriendelijkheid en
  • logische signalisatie.

"Goede ontwerpen creëren mogelijkheden en steunen gebruikers, slechte ontwerpen belemmeren en sluiten mensen uit." (European Institute for Design and Disability, Verklaring van Stockholm, 2004)

Principe van Universal Design

Universal Design of Ontwerpen voor Iedereen, is een ontwerpbenadering om deze integrale toegankelijkheid te verwezenlijken. De gemiddelde mens bestaat niet. Iedereen moet een ontwerp kunnen gebruiken:

  • bruikbaar voor iedereen
  • flexibel in gebruik
  • eenvoudig en intuïtief
  • verstaanbare info
  • marge voor vergissing
  • beperkte inspanning
  • geschikte afmetingen

De hamvraag hierbij is: hoe kan een product, een grafische boodschap, een gebouw of een publieke ruimte zowel esthetisch als functioneel zijn voor een zo groot mogelijke groep gebruikers?

Het is van belang om in een zo vroeg mogelijk ontwerpstadium rekening te houden met toegankelijkheid in de breedste zin. Aanpassingen in een ver uitgewerkt ontwerp, of na de bouw, zijn meestal moeilijk te realiseren en kostelijk. Ook de uitvoering vraagt voldoende aandacht, want het al dan niet toegankelijk zijn zit in details van plaatsing, afmetingen en afwerking.

Sinds de invoering van het  'Decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften‘, of kort het M-decreet, is toegankelijkheid nog meer van belang. Het decreet is van toepassing op het basisonderwijs, het secundair onderwijs en CLB’s. Hierbij is de eerste optie nu inclusief onderwijs met als doel meer leerlingen onderwijs te laten volgen in het gewoon onderwijs. Een leerling met specifieke onderwijsbehoeften heeft dus het recht om zich in te schrijven in een gewone school met redelijke aanpassingen (bv. Langere toetstijden, mondelinge feedback, rustmomenten) of maatregelen, en eventueel een individueel aangepast curriculum. Daarom is het des te belangrijker dat het schoolgebouw toegankelijk is voor iedereen en dat het ontwerp een integrale toegankelijkheid of universal design nastreeft, zodat elk kind er zich comfortabel voelt.