daglicht en verlichting

Een goed visueel comfort is essentieel voor het welzijn en de gezondheid van kinderen en jongeren, maar ook van de werknemers in een school. Verlichting of licht draagt bij tot dit visueel comfort. Bewust of onbewust speelt de manier waarop een ruimte verlicht wordt in op ons gemoed, ons concentratievermogen, … kortom op ons welzijn. Het vormgeven van schoolgebouwen en hoe ze omgaan met daglicht (grootte en plaatsing van raamopeningen, …) en kunstlicht (aard, kleur, intensiteit, regelbaarheid, …) is hierin essentieel.  

Belangrijke elementen bij verlichting zijn:

  • Verlichtingssterkte: de grootheid verlichtingssterkte legt de nodige hoeveelheid licht vast . Dit is invallende lichtstroom per oppervlakte-eenheid en wordt uitgedrukt in lm/m² of “lux” [lx].
  • Uniformiteit: Uniformiteit (U0) geeft de gelijkmatigheid weer van de verlichtingssterkte en karakteriseert de lichtverdeling op het werkvlak. Een gebrek hieraan kan leiden tot hinderlijke schaduwen en vermoeidheid van de ogen. 
  • Verblinding: onderscheid tussen directe verblinding door één of meerdere lichtbronnen zoals lampen en de zon en indirecte verblinding door de reflecties van licht op een oppervlak.  Voor kunstverlichting wordt dit uitgedrukt met een UGR-waarde.